Bijbel10daagse: dag 10 (slot)

(Vandaag is de laatste dag van de Bijbel10daagse. We pakken de kinderbijbel erbij.)

Kinderbijbels hebben de ondankbare taak om een ongelofelijk verhaal zo te vertellen dat het geen sprookje wordt. En dat lijkt mij helemaal niet makkelijk. Neem bijvoorbeeld Sneeuwwitje: er was eens een prinses die van een appel at, en als dood neer viel. Niets of niemand kon haar wakker maken, totdat op een dag een knappe prins op een wit paard haar wakker kuste. Als je dat vergelijkt met het belangrijkste christelijke leerstuk uit de bijbel—er was eens een vrouw die van een appel at, en sindsdien is iedere mens zondig; niets of niemand kon die zonde wegnemen, totdat de zoon van God op aarde kwam om voor onze zonden te sterven—zal je zien dat er een onmiskenbare parallel is.

Pratende dieren bestaan alleen in sprookjes. En de bijbel. Kleinduimpje is de reus te slim af, en David verslaat Goliath. Jona en Pinokkio zaten allebei in de buik van een grote vis. Peter Pan kan vliegen en Jezus loopt over het water. Zeeën splijten open, braamstruiken praten, brood valt uit de lucht, water wordt wijn, en laat ik over het boek Openbaringen maar helemaal mijn mond houden. Het lijkt mij geen pretje om aan een kind te moeten uitleggen waarom wat er in het ene boek staat wel waar is, en wat er in het andere staat niet.

Wat me ook niet makkelijk lijkt, is een kindvriendelijke versie van de ‘moeilijke’ bijbelverhalen vertellen. Er zijn voor dat soort verhalen eigenlijk maar twee opties: of je bedekt de helft met de mantel der liefde, of je vertelt ze niet. Om een voorbeeldje van optie één te geven, een passages uit het verhaal van Simson dat ik gisteren vertelde, zoals het in Bijbelse verhalen voor jonge kinderen van D.A. Kramer-Schaap verteld wordt:

Omdat hij nu aan dertig stel kleren moest zien te komen – hij had de weddenschap immers verloren – liep hij naar buiten en sloeg in het wilde weg dertig Filistijnen dood. […] De bruiloft liep dus niet erg vrolijk af.

Ja, dat kan je wel zeggen ja. Die bruiloft liep inderdaad niet zo vrolijk af. Ik heb echter geen flauw idee welke les je hier uit moet trekken. Dan kan je beter het hele verhaal weg laten, lijkt me.

Maar dat kan je met het verhaal van de zondvloed niet doen. Dat is een van de bekendste verhalen uit de bijbel, en ook niet wat je zegt, lichte kost: God heeft er spijt van dat hij de mensen geschapen had, en besluit in al zijn wijsheid en almacht, sans rancune, 99,99997% * van de wereldbevolking plus een vergelijkbaar percentage van de dieren uit te roeien. Laten we eens zien hoe de kinderbijbel waar ik het bekendst mee ben, de Woord voor Woord Kinderbijbel van Karel Eykman, dit verhaal vertelt.

In die dagen luisterden de mensen niet meer naar God, en God kreeg spijt dat hij de mensen gemaakt had. Hij begon zich af te vragen of er dan helemaal niemand meer was voor wie hij God kon zijn. Gelukkig was er nog een man die God wel lief vond, Noach.

God ging naar hem toe. Hij zei: Noach, zoals het nu is, kan het niet lang meer duren. De mensen willen niet meer met mij te maken hebben. Dan wordt het hier op aarde even verschrikkelijk als voor de tijd dat ik alles maakte. Land, wolken en water, alles zal weer door elkaar raken. Er zal niets overblijven. Ik zal alleen het allerbelangrijkste redden dat er te reden valt. Het leven van jou, van je vrouw en kinderen en het leven van de dieren, alleen dat.

God zei tegen Noach dat hij een grote boot, een ark, moest bouwen, en dat hij van alle dieren op aarde een mannetje en een vrouwtje moest vinden, zodat die in de ark konden.

Maar Noach begon nu toch werkelijk bang te worden. Hij vroeg: Waarom moet ik die boot eigenlijk maken? Wat gaat er nu precies gebeuren?
Toen legde God het uit. Het water zal komen, Noach. Het water zal niet meer in de rivieren blijven, het zal over het land spoelen.

Poehee. Da’s niet niks. Noach bouwde de boot precies zoals God hem verteld had, verzamelde alle dieren, en ging met zijn gezinnetje aan boord. Toen zette God de regen aan, en het bleef veertig dagen en veertig nachten regenen. De hele aarde verdween onder water, maar gelukkig zaten Noach en zijn vrouw droog!

Binnen het schip begon Noachs vrouw zachtjes te huilen. Noach probeerde haar te troosten. Hijzelf moest er ook niet aan denken wat er buiten het schip overbleef van de mensen en de aarde waarvan hij zoveel gehouden had.

Toen de regen weer opgehouden was en het water verdween, gingen Noach, zijn gezin en alle dieren van de ark af. Als dank bracht Noach een brandoffer aan God, en God rook dat het offer goed was. Toen zei hij tegen zichzelf, Alles wat de mens doet, is nu eenmaal slecht. Het heeft daarom ook geen zin om alles wat leeft te doden, dus dat doe ik nooit meer. En God maakte een regenboog als herinnering aan deze belofte.

Tot zover deze bijbel10daagse.

* Men schat de wereldbevolking rond de tijd van de zondvloed (ca. 2400 v.Chr.) op 30 miljoen mensen, en er waren volgens de bijbel acht overlevenden. Reken maar na.