Gisteren hoorde ik mezelf opeens, spontaan en totaal onverwacht een prachtige (zij het niet bijster originele) tegeltjesspreuk formuleren:
Een dag niet geklaagd is een dag niet geleefd.
Gezien ik al langer met de gedachte rondloop dat Oudhollandsch klagen over alles waar maar over te klagen valt—inclusief mijn persoonlijke favoriet, klagen over het feit dat je niets te klagen hebt—de nationale volkssport nummer 1 is, wou ik ‘m u niet onthouden.